WILLEM DANIELSZ VAN BEVEREN

(1400-1464)

Houder van een Schrootambacht.

Het geslacht Van Beveren (de naam werd later ook wel verfranst tot De Bevere) speelde gedurende meer dan drie eeuwen een vooraanstaande rol in de Dordtse samenleving en met name in het stadsbestuur. De familie was toonaangevend in de Dordtse handel, vooral als hout- en wijnkopers. Hout voor de huis- en scheepsbouw was een van de belangrijkste handelsproducten van Dordrecht, waar regelmatig grote houtvlotten uit Duitsland aankwamen. De handel in Rijnwijn, ook al via Rijn, Waal en Merwede, was eveneens een Dordtse specialiteit.

Vanaf het midden van de vijftiende eeuw kwamen de Van Beverens voor als Dordtse regenten, vanaf de zestiende eeuw ook in de belangrijkste ambten, die van burgemeester en gedeputeerde naar de gewestelijke Staten.
Wij beperken ons tot Willem Danielszn van Beveren.

Willem werd geboren rond 1400 in Dordrecht. Zijn vader was Daniël Willems (5) en zijn moeder was Soete Willemsdr van Beveren. Willem zou zich later naar haar gaan noemen.

Het wapen van de familie Van Beveren

Het wapen van Willem Danielsz van Beveren.

Zijn vader overleed in 1401, waardoor hij alleen met zijn moeder achterbleef.

Soete hertouwde met Ghijsbrecht Neijsse Wouters van Genderen. Ze gingen wonen in "De drie Coningen" bij de Nieuwe Brug.

De stad Dordrecht ontstond aan het riviertje de Thuredrecht rond 1120 midden in de veenmoerassen. De nederzetting werd Durdreth genoemd naar het riviertje. Het betekent zo veel als doortocht of trekvaart. De eerste vermelding komt uit de annalen van Egmond in 1049. De naam Dordrecht werd al in het oudst bekende stadsrecht van 1220 op de hedendaagse manier geschreven. In 1220 kreeg Dordrecht stadsrechten, hoewel dat zo niet letterlijk in het document te lezen is. Het handelt over rechten en plichten van burgers. Inwoners mochten zelf zaken wettelijk regelen – hadden dus ook al een schout en schepen – en het ‘stadsrecht’ van 1220 lijkt dus slechts een (extra) privilege voor een stad die al vóór 1220 stadsrechten moet hebben gehad.

Stadsrecht van Dordrecht in 1220

Het oudst gevonden stadszegel van Dordrecht uit 1255

Dordrecht is dus een van de oudste steden van Nederland . Het was in de 13e en 14e eeuw de belangrijkste stad van het graafschap Holland. Ergens in de 13e eeuw werd er al een Latijnse school opgericht. In de 14e eeuw was Dordrecht een militair bolwerk, waar veel oorlogstuig gemaakt werd, zoals blijden, katapulten en koggen (vaartuig). De haven was erg belangrijk. Er werd vooral wijn, hout en graan verhandeld.

Door de strategische ligging aan een drie-rivierenpunt, kreeg de stad van de Hollandse graaf in 1299 het stapelrecht: alle goederen die langs Dordrecht kwamen moesten eerst in Dordrecht te koop worden aangeboden. Uiteraard ging dat gepaard met het heffen van belasting. Dordrecht verdiende veel geld aan de handel in wijn, hout, graan en wol (laken). De stad beleefde haar Gouden Eeuw tussen 1350 en 1450.

Hiernaast een foto van een akte over het stapelrecht van 1299.

Daarnaast een afschrift uit het keurboek van 1401 (of 1411) van de originele eerste acte voor het Maasrecht, een aanvulling op het stapelrecht van 1299. Hij werd in 1350 gegeven door Margaretha van Henegouwen, de zuster van de gesneuvelde graaf Willem IV (+1345). Het werd later weer ingetrokken, maar her-uitgegeven in 1355 door haar zoon Willem V van Beieren.

Het opbreken van het beleg van Dordrecht in 1418. een gravure van Daniel vrijdag en Jacob Strij uit 1797.

 

In 1418 werd Dordrecht belegerd door Jacoba van Beieren met haar leger. Zij betwistte met haar oom Jan VI van beieren het recht op Dordrecht, dat door het stapelrecht een belangrijke stad was. Beide legers namen buiten Dordrecht stelling. Het beleg duurde zes weken. Na wat schermutselingen, een stadsuitbraak en steun uit onverwachtte hoek, werd het beleg opgeheven, maar de Hoekse en Kabeljauwse twisten waren weer opgelaaid.

 

In de nacht van 18 op 19 november 1421 vond er een ramp plaats. Tijdens een zware noordwesterstorm met een hoge stormvloed braken de dijken door als gevolg van de zoutwinning en achterstallig onderhoud van de verzwakte dijken. Ook stond het water ten gevolge van zware regenval in de rivieren erg hoog.

De Grote Waard liep onder, waarbij 28 dorpen. Het achterland van Dordrecht verdween. Ook in Zeeland en Holland werden grote verwoestingen aangericht en vielen veel slachtoffers, waarschijnlijk wel zo'n tweeduizend in totaal. Het werd de Sint Elisabethsvloed genoemd, omdat het de naamdag van de heilige Elisabeth van Thüringen was.

Men ging na 1421 snel aan de slag om de gaten te dichten en het water weg te malen en men was in 1422 al een aardig eind op weg. Op Sint-Elisabethsavond 1424 werden deze reparaties echter teniet gedaan door een nieuwe idoorbraak van dezelfde dijken en een even grote overstroming. Toen gaf men het op.

Omdat er rondom Dordrecht vaarwegen waren ontstaan, konden schepen het Stapelrecht omzeilen. Plattelandsnederzettingen werden verlaten: de landbouw- en weidegronden waren onbruikbaar geworden. De ramp trof 'de graanschuur van Holland' vooral economisch. Het eens zo lucratieve landbouwgebied was niet meer.

Raam met afbeelding van de Sint-Elisabethsvloed van 1421 in de Jeruzalemkapel van de Grote Kerk.

Willem werd als "knape" betiteld, d.w.z. een ridder, die nog niet tot ridder was geslagen.

In 1427 was Willem stadsgecommitteerde in Vlaanderen en Brabant.

Willem stapte in 1429 in het huwelijksbootje met Catharina Hendricks van Weede. Ze woonden in het huis "De grote David " in de Voorstraat.

Dordrecht, de haven met de grote Kerk in de 15e eeuw.. Schilderij van Jan Sirks (1885-1938)

 

Op 15 augustus 1431 was Willem " burger van Dordrecht en houder van het Schrootambacht metter

Zoutmate" in Dordrecht, een vrij allodiaal goed. Schrootambachten waren zaken, die bestonden uit het verwerken van de koopmans goederen op de schepen naar de wal of de kelders en pakhuizen van de kooplieden.. Daarbij werd gebruik gemaakt van een windas of kraan. Personen, die belast waren met het bedienen van de kraan, werden schrooders of schrootmeesters genoemd. De inkomsten aan een schrootambacht verbonden vormden een leen, dat door de vorst aan een begunsteling voor het leven werd geschonken. Hij, die een schrootambacht had, deed het werk natuurlijk niet zelf.(8)

Het eerste kind van Willem en Catharina was Jacob. Daarna kwam Gijsbertha (2). Vervolgens werd Barbara geboren. De vierde was Daniël. Toen kwam Nicolaas (Claes). Tenslotte werd Sueta (Soete) geboren.

Moeder Soete stichtte op 4 oktober 1431het Elisabethsaltaar ( de Van Beverenkapel) in de Grote Kerk naar aanleiding van de Sint-Elisabethsvloed. Het is een altaar, in de noorder kooromgang, tussen de tweede en derde pilaar van het dwarsschip af. Boven het altaar verheft zich een beeldhouwwerk van Jan Terwen (?): de verrijzenis van Christus.

 

In 1436 werd Willem havenmeester en in 1437 Heilige Geestmeester.

Moeder Soete overleed in 1437 en werd begraven in de Van Beverenkapel. Haar dochter Sueta werd non in het St. Agnietenklooster te Dordrecht.(7).

 

Barbara huwde met Cornelis Cornilszn. Henrici . Cornelis bezat veel functies. (4) Hij was thesaurier, schepen, burgemeester en kerkmeester . Ze woonden in "London" aan de Westzijde naast "den Ouden Beer" in Dordrecht. "Zij fundeerden acht kameren, of huyskens, in ’t Cellebroers-Straatje voor Arme Menschen, ten eeuwige dage daar inne te woonen, volgens haarluyder testament." Ze hadden twee kinderen

 

Catharina heeft in 1450 de heilige Kruiskapel, in de Grote Kerk van Dordrecht gesticht. In 1450 brak ook de pest uit in Dordrecht. Twee jaar later nog eens.                                                   In 1454 overleed Willems vrouw Catharina. De familie Van Weede voerde als wapen zes rode lelies op een zilveren veld: het wapen van de in de Sint Elisabethsvloed (1421) verdronken heerlijkheid Weede en Cillaarshoek.

 

Willem verhuisde een jaar later naar een huis "De Gans" naast de Munt.

 

Daniël was pachter geworden van "der stede wijn- en bierexchijns" (5). Hij werd in 1452 kanunnik van het Kapittel van de grote Kerk van Dordrecht.

Wapenschild van Van Weede (1815)

Raam met afbeelding van de Stadsbrand in 1457 in de Jeruzalemkapel van de Grote Kerk.

Er volgde een nieuwe ramp voor Dordrecht. Op 28 juni 1457 brak er brand uit in het huisje van Arjen Danckertszoon in de Kleine Spuistraat. Hij probeerde eerst zelf de brand te blussen, maar dat lukte niet. Hij had meteen hulp moeten inroepen, maar hij was bang dat zijn huis dan meteeen omver getrokken zou worden om het vuur gemakkelijker te doven. Door de oostenwind en de huizen die van hout waren was er geen houden meer aan. Het ene na het andere huis vatte vlam. De brand duurde wel vijf dagen. Ook de Grote kerk werd zwaar beschadigd. Meer dan zeshonderd huizen brandde af. Omdat de brand in de avond begon, werden veel mensen verrast en konden niet meer ontsnappen aan het vuur. Ook Daniel de zoon van Willem kwam om tijdens de grote stadsbrand in 1457. Hij had geen kinderen.

Arjen vluchtte de stad uit, omdat hij zich schuldig voelde.

Door deze tweede ramp kreeg Dordrecht het steeds moeilijker. Rotterdam nam een deel van de wijnhandel over en Amsterdam ontdekte het Oostzeegebied als graanmarkt en houtleverancier.

Tot overmaat van ramp brak een jaar later er weer pest uit in Dordrecht.

Zoon Jacob overleed in 1461 op tweeendertigjarige leeftijd. Hij was getrouwd met Elisabeth Dirc Springer Goetsdr van Houten. Hij werd begraven in de Grote kerk in de Van Beverenkapel.

Willem overleed in 1464 in Dordrecht.

Willem en Catharina hadden een altaarkleed, waarin hun beider wapens geweven waren aan het Elisabeth altaar in de Grote Kerk geschonken. Het berustte langen tijd op Develsteyn. Hun boedel werd 28 Jan. 1465 gescheiden.

Daniel werd in 1465 (her)begraven in de Van Beverenkapel.

Nicolaas overleed op 8 juli 1471. Hij was leenheer van het Schroot-Ambacht (6). Hij was getrouwd met juffrouw Blanckaert uit een oud geslacht. Hij had twee kinderen.

Gijsbertha was gehuwd met Pieter Jacobsz. Tack, borgemeester van 's Heeren wegen in 1475 en schepen in 1472-1475 in Dordrecht. (3). Zij overleed in 1495.

Barbara was jonkvrouw en overleed in 1498, drie jaar na de dood van haar man.

Dordrecht omstreeks 1572

Bronnen:

0. Wikipedia

1. Vermeld in 1399-1400 in Thesauriersrekening van Dordrecht.

2. Jacob Willem Beverszoen ende Ghiisbrechtge siin suster worden in 1445, 1446 en 1450 vermeld in de stadsrekeningen van

    Dordrecht.

3. Pieter Tack stierf in 1480 of 1484, boedelscheiding 13 juni 1484, begraven in de Beverenkapel, zoon van Jacob Frederikszn.

     en Alijt Allaertsdr. van Wijngaerden.

4. Cornelis Corneliszn. Henrice, raad 1461, thesaurier 1473, '75-'81, schepen 1477 burgemeester 1477, en kerkmeester 1479

     te Dordrecht, vermeld tot 1487.

5. Daniël van Beveren, pachter van ,,der stede wijn- en bierexchijns", vermeld 1433-'54

     Claes ende Daniel Willem Bever Danielszkinderen worden in 1450 in de stadsrekeningen van Dordrecht vermeld.

6. d’heer Niklaas de Beveren Willemsz. was leenheer van ’t Schroot-Ambacht zijns Geslachts, hem opgedragen door Filips,

     hertog van Bourgondië en graaf van Holland in sept. 1464.

7. Vermeld 1437-65.

8. Gegevens uit archivalia en andere bronnen betreffende geschiedenis van Dordrecht door Andre den Haan

    (www. uwstamboomonline.nl)

 

De afstammingslijn vanuit Willem Danielszn van Beveren gaat als volgt: Jacob Willems van Beveren ghuwd met Elisabeth Springer Goetsdr van Hout; Willem Jacobs van Beveren gehuwd met Maria van Bakel; Claes Willemszn van Beveren gehuwd met Jacobnina Willemsdr Snouck; Claes van Beveren gehuwd met Cunera Heijnsdricxdr; Hadewij Claesdr van Beveren gehuwd met Jacob Pieterszn van Cleeff; Abraham Jacobszn van Cleeff gehuwd met Jacomijntgen Jansdr du Bois; Machtelt Abrahamsdr van Cleeff gehuwd met Willem Fabius; Jacomina Fabius gehuwd met Cornelius Brants; Willem Brants gehuwd met Maria Kans; Clasina Jacomina (Clara) Brants gehuwd met Hendrik Geert Cuijpers; Maria Henrici Cuijpers gehuwd met Leonardus Boeijen; Joachim Leonardus Boeijen gehuwd met Wilhelmina Brands; Leonardus Boeijen gehuwd met Maria den brok; Johannes Boeijen gehuwd met Anna Maria Bokmans; Helena Boeijen gehuwd met Piet den Brok; tenslotte Willem den Brok.

Willem den Brok, mei 2021.

Bijgewerkt tot oktober 2023.

 

Wil je terug naar de homesite, klik op: Voorouders. Genealogie door Willem den Brok.